onderzoeker

over de organisatie

OP/TIL stimuleert cultuur in alle richtingen. We verbinden spelers uit de brede cultuursector over de grenzen van gemeenten, sectoren en disciplines heen.

OP/TIL heeft een meerjarige beheersovereenkomst met de Vlaamse overheid en ondersteunt organisaties en lokale besturen uit Vlaanderen en Brussel bij hun praktijkontwikkeling, subsidieaanvragen en beleidsvisie rond bovenlokale cultuur. De 19 Intergemeentelijke Samenwerkingsverbanden Cultuur (IGS’en) verbinden we via een lerend netwerk. Zij zijn belangrijke partners.
De organisatie vindt haar oorsprong in het Bovenlokale Cultuurdecreet en stimuleert de ontwikkelingen van het bovenlokale culturele veld. Meer info over het steunpunt en zijn opdracht vind je via www.cultuuroptil.be

over de functie

Op dit moment bereiden een viertal steden in Vlaanderen hun kandidatuur voor in het kader van Europese Culturele Hoofdstad 2030. Zij doen dat niet alleen, maar betrekken daarin ook de regio. OP/TIL heeft de opdracht om regionaal samenwerken te ondersteunen en wil daar ook in dit kader op inzetten.

OP/TIL wil tegelijkertijd in kaart brengen welke effecten de kandidaturen voor Europese Culturele Hoofdstad hebben op de relatie tussen de stad en de omliggende regio. Deze effecten verschillen gedurende de verschillende fases van visievorming, voorbereiding bidbook, herwerking bidbook, uitwerking acties, concrete uitwerking van het Europese culturele jaar,…
Om dit in kaart te brengen, werken we in twee fases. Deze opdracht gaat uitdrukkelijk over de eerste fase, waarbij verschillende steden hun kandidatuur voorbereiden. Op dit moment zijn vanuit Vlaanderen Gent, Brugge, Leuven en Kortrijk als kandidaten bekend. Tijdens een aantal contactmomenten monitor je welke effecten deze kandidatuur heeft op de relatie stad-regio. Doordat we tijdens dit proces de steden en de regio ook samenbrengen geven we ook kleine prikkels aan een mogelijke samenwerking. We monitoren en observeren het dus het proces, maar tegelijkertijd sensibiliseert OP/TIL ook regionaal samenwerken. We ondersteunen hen daardoor in het bovenlokaal samenwerken.

In de tweede fase kijken we naar de lange termijneffecten van dit proces: wat zijn die effecten? En blijven ze ook voortduren na de selectie van EU culturele hoofdstad? Deze fase behoort niet tot de huidige opdracht, maar wordt wel door jou voorbereid.

Takenpakket
Verder afbakenen van onderzoeksconcept stad-regio-relaties en uitwerken van de aanpak:

- Je maakt een literatuurstudie en zorgt in samenspraak met OP/TIL voor een uitgewerkt kader en plan van aanpak. Vragen die daarbij verder kunnen uitgewerkt worden:    

• bij wie willen we effecten meten: enkel bij de centrumstad, of ook bij die omliggende gemeenten?
• bij welke spelers binnen de centrumstad (en/of omliggende gemeenten) willen we effecten meten: enkel bij (beleids)instanties en administratie of ook bij spelers uit het culturele werkveld?
• Welke internationale relaties worden er gelegd in het kader van de ECOC-kandidatuur en in hoeverre hebben die effecten op het beleid van de centrumstad en de visie op interregionale en internationale samenwerking en zichtbaarheid?
• Hoe denkt de regio internationale aandacht te kunnen trekken in Europees verband ( en hoe werkt men hieraan vanuit de regio?
• Op welke manier wordt in andere landen i.h.k.v. ECOC de regio betrokken door steden? Wat kan de Belgische ECOC hiervan leren? Wat blijkt een goede ‘legacy’-strategie? Welke elementen zijn bepalend om effecten op lange termijn te genereren?
• Doen we peilingen naar de ‘perceptie’ of visie van een stad op de omliggende gemeenten, of onderzoeken we ook op welke intensiteit van samenwerking beide groepen zitten?
• Perceptie: hoe kijkt de centrumstad naar de omliggende regio? wijzigt dit door de ECOC-kandidatuur? Zien ze het betrekken van de regio als een meerwaarde voor hun kandidatuur? En welke invloed heeft het al dan niet slagen van eerste kandidaatsdossier op deze perceptie? Hoe bakenen ze regio af: referentieregio of kleiner dan de referentieregio? welke elementen spelen een rol bij deze afbakening?
• Samenwerking: is er al historiek van samenwerken? In oplopende volgorde van intensiteit van samenwerking: informele relaties, samenwerking gericht op uitwisselen van informatie, overleg en samenwerking binnen gezamenlijke acties en projecten. Welke schaal van samenwerking moet er bereikt worden vooraleer we spreken van impact van de ECOC-kandidatuur?
• Samenwerking: met welke aanpak wordt de regio betrokken in de kandidatuur? verschilt dit tussen de kandidaat-steden?
• Monitoren we ook veranderingen in het beleid van die centrumstad? Wordt dat meer geënt op die regio, bijv. in subsidies? En meet je dat ook bij de omliggende gemeenten?
• Indien we ruimer trekken dan beleidsinstanties: Zien we een verhoogde culturele mobiliteit tussen de centrumstad en de regio? Maw zien we meer publiek of actieve cultuurparticipanten tussen centrumstad en regio?

- Effectief samenbrengen van de verschillende centrumsteden met hun regio en hierbij het proces volgen:

• Minimaal 2 contactmomenten organiseren met elke centrumstad + hun regio, in nauw overleg met OP/TIL.
• In overleg met OP/TIL hier een aangepaste methodiek (zie ook boven) op toepassen zodat we sensibiliseren rond regionaal samenwerken.OP/TIL heeft op dit vlak ook de nodige expertise die kan ingezet worden.
• Tegelijkertijd ook het proces dat de steden en regio doorlopen in kaart brengen: Hoe werken ze in die kandidaatsteden aan partnerships met de omgeving? Wat zijn de betekenisvolle elementen daarin? Wat werkt en wat werkt niet?
• Nazorg: uitschrijven van traject en de conclusies. OP/TIL deelt dit rapport ook extern.
• Uitwerken van vervolgstappen in de volgende jaren (na 2025 ook voorstellen rond monitoring die OP/TIL verder opvolgt)
• Een voorstel tot verdere aanpak van FASE 2. De uitvoering van die fase maakt geen onderdeel uit van deze opdracht.

profiel kandidaat

• Je hebt:

- kennis van aanpak en meerwaarde van intergemeentelijk/regionaal samenwerken en het dossier regiovorming.

- kennis van onderzoeksmethoden - vooral in functie van praktijkgericht onderzoek

- kennis van brede cultuursector (diverse subsectoren)

- kennis van Europese logica, selectiecriteria rond ECOC (eventueel ervaring bij vorige edities) is een meerwaarde

• Je bent een goede communicator en rapporteert regelmatig over de voortgang. Je werkt in nauwe afstemming met het team van OP/TIL. Je krijgt een vast aanspreekpunt binnen de organisatie. Er worden ook een aantal afstemmingsmomenten doorheen het traject voorzien.

aanbod

Deze opdracht kan als freelancer (of als onderzoeksbureau) uitgevoerd worden (op zelfstandige basis. Voor OP/TIL is het ook bespreekbaar om dit in dienstverband op te nemen.

OP/TIL heeft zijn kantoor in de Ravensteingalerij 50 in Brussel.

Jouw talent is belangrijker dan je geslacht, gender, afkomst, leeftijd, geaardheid, handicap of chronische ziekte. Stel je kandidaat en bouw mee aan het diverse Vlaanderen van morgen.
 

wijze van solliciteren

Interesse? Stuur jouw cv en motivatiebrief tegen uiterlijk 2 februari 2024 naar lien.verwaeren@cultuuroptil.be. De preselectie gebeurt op basis van je motivatiebrief.
Meer informatie kan je opvragen via mail bij lien.verwaeren@cultuuroptil.be.